Thursday, January 6, 2011

Landrat in niemandsland: een straffer verhaal.

Om er meteen maar goed in te vliegen: eindelijk eens een deftig douaneverhaal. Wat volgt is een chronologische weergave van m'n eerste zes dagen in 2011. Redelijk memorabel.

1 Januari:

Om 6u 's morgens rij ik fris als een hoentje de haven binnen. De dag voordien heb ik op de haven alle papieren in orde gemaakt om Kelsey te mogen verschepen naar Azerbeidjan, customs kan slechts een fluitje van een cent zijn. Dat is ook zo. Ik heb een brits in m'n kajuit en er is een kombuis op de schuit. 'k Voel me al een echte zeeman! De vaart verloopt vlot.


In Baku haal ik Kelsey van de boot en rij richting grenswachters. Daar rijst echter meteen al een probleem. Ik wil een transitvisum aanvragen voor 5 dagen, wat mogelijk is aan de landsgrenzen en op de luchthavens. Enkel op de zeehaven is dat niet mogelijk. Ik dring wat aan, maar de douaniers houden voet bij stuk.

Uiteindelijk stelt een van de grenswachters voor om het Belgisch Consulaat in Baku te bellen. 't Is 2 januari, diplomaten hebben conge tot 5 januari. De consul is echter vriendelijk.

Aan de telefoon krijg ik te horen dat de fout bij de Kazakstaanse autoriteiten ligt. Zij mochten me niet laten gaan zonder eerst gecontroleerd te hebben of ik een Azerbeidjaans visum had. Dat betekent meteen ook dat de Belgische consul in Azerbeidjan geen bal kan doen. Hij geeft me nog het nummer van de Belgische ambassade in Kazakhstan ('voor mocht u daar problemen aan de grens ondervinden, meneer')en nodigt me uit voor een lunch als ik ooit in Baku raak. Dat voelt op dat moment als een pleister op een open beenbreuk.

Enkele minuten later word ik gedeporteerd. De douaniers en politie escorteren me op de boot en zorgen voor een gratis ticket. Joepie! Ik vraag me af wat me de volgende avond aan Kazakstaanse grens te wachten zal staan. Ook voor Kazakstan heb ik immers geen visum meer. Fijn begin van het nieuwe jaar.

3 januari:

Wanneer de boot terug aanmeert in Kazakstan word ik met een bestelwagen naar een apart verhoorkamertje gebracht waar ik moet wachten op de baas. Het is 3.20u in de morgen.
Ik wacht een uur of drie, maar niemand daagt op. Ik leg me te slapen. Er staat bewaking voor de deur van de kamer.

4 januari:

Om 9 uur 's morgens komt de baas binnen. Ik moet m'n paspoort afgeven. Er worden ook foto's van me genomen. De Kazakken zullen ervoor zorgen dat ik de dag zelf nog een transitvisum voor Azerbeidjan krijg, en dan kan ik 's avonds nog op de boot terug.

Na een paar uur komt de baas weer binnen. Het consulaat van Azerbeidjan wil me in persoon zien voor ze een visum uitreiken. Dus word ik later op de dag met twee soldaten (en een officier die mijn paspoort en pasfoto's bij zich heeft) daarheen gebracht. Ik vul een applicatieformulier in. De ambtenaar meldt dat het visum ten vroegste zal klaar zijn binnen 2 werkdagen.

De officier panikeert, het is immers niet de bedoeling dat ik nog twee nachten in de haven vastgehouden word. Ik stel voor om me naar een hotel te laten brengen, waar ik me vrijwillig wil laten prisonneren voor twee dagen. Daar lijkt de man oren naar te hebben, maar niet naar het hotel dat ik zelf voorstelde.
Omdat ik ga verhuizen naar het hotel moet ook Kelsey -die op dat moment nog steeds in de boot staat- mee. De boot zal immers dezelfde nacht nog vertrekken. Ik krijg de toestemming om de officier in de wagen te volgen met de motorfiets.

Net op het moment dat ik de brommer losmaak krijgt de officier telefoon. Door een of ander mirakel is m'n transitvisum klaar. Als we er binnen het uur om gaan en betalen kan ik nog op de boot richting Azerbeidjan. Het is twintig minuten rijden naar het consulaat. Ik word de auto in geduwd en we rijden richting consulaat. Daar aangekomen vraagt de officier me mijn paspoort. Ik probeer uit te leggen dat ik de laatste 50 uur mijn paspoort niet meer in m'n handen heb gehad. De man panikeert en begint de wagen te doorzoeken. Niets. Ik moet mijn jas uitdoen en een van de soldaten fouilleert me. Niets. Paniek alom. De officier doet een paar telefoons en opeens volgt een behoorlijk intense scheldtirade.

Ik begrijp dat het paspoort terecht is. We scheuren terug richting haven, de snelheid ligt gevoelig hoger. Ongeveer halverwege remt de man en loopt hij naar een geparkeerde wagen. Hij had blijkbaar opdracht gegeven aan iemand om ons tegemoet te rijden.

Daarna terug naar het consulaat, paspoort opgepikt. Zonder veel problemen mag ik de boot op richting Azerbeidjan, van waar ik nu dit verhaal publiceer. Een laat gelukkig nieuwjaar gewenst!

1 comment: